Ik begon de eerste maand van mijn laatste jaar met een achterstand, want ik besloot een lacrossebal tegen mijn eigen hoofd aan te gooien. Ja, je hoort het goed: ik gooide een bal tegen mijn eigen hoofd aan. Zonder muur of lat van het goal ertussen, gewoon direct uit het netje tegen mijn gezicht. Mijn hoofd was daar niet zo blij mee en besloot dat het game over was. Voor die training, maar ook de dagen erna. Gelukkig had ik veel overleg ingepland staan en scheen de zon, dus pakte ik mijn rust en zo konden mijn hersenen een beetje bijkomen van de klap.
Tot vanochtend, toen ik besloot dat het een goed idee was om een balk in het plafond te koppen. Was het niet. Dus vandaag deed ik weer veel dutjes, deed ik de was en ving ik vlinders met blote handen – en voelde me een echte Crocodile Dundee. En ik weet niet of die klap van vanmorgen mijn hersenen weer de goede kant op heeft geschopt of dat ik gewoon heel goed ga op veel middagdutjes, maar opeens haalde ik een fout uit mijn code waar ik al weken tegenaan loop te hikken.
Dus voorlopig houd ik mij aan een regime van middagdutjes, het eten van zelfgemaakte pindakaas en het lezen van boeken, afgewisseld met het schrijven van code en manuscripten.