Ik had een plan. Op papier was het ook best wel een goed plan, maar in de praktijk werkte het voor geen meter. Ik werkte veel te veel, stortte een paar keer bijna in en ondanks dat ik mijn PhD tot de eindsprint zonder al te veel stress was doorgekomen, heb ik dat in de laatste weken ruimschoots ingehaald. Wat er precies mis is gegaan? Lees maar even mee.
Mijn plan was simpel. Ik zou iedere dag om 6 uur opstaan, sporten, leuke dingen inplannen ter ontspanning, wat vaker ‘nee’ zeggen en opschrijven welke dingen ik in mijn vakantie zou willen doen als een soort van motivatie om op tijd klaar te zijn.
Dat laatste lukte. En dat was tevens ook het enige wat gelukt is. Ik nam een uur de tijd, maakte een kopje koffie, nam een pen en wat papier en schreef alle leuke dingen op die ik graag deze zomer had willen doen. Van uitzoeken waar je de lekkerste appeltaart kunt eten, tot het maken van een podcast en het plannen van een weekje weg met de boyfriend.
Dat lukte, maar de rest dus niet. Achteraf denk ik door processen die zich al veel eerder in mijn PhD in gang zijn gezet. Het was geen klif waar ik af sprong, ik denk dat ik al langere tijd langzaam aan het rollen was en dat dit slechts in een versnelling raakte in de laatste weken van mijn contract.
Ik weet nog steeds niet precies wat ik anders had moeten doen en waar ik daarmee had moeten beginnen, maar ik denk dat ik een paar essentiële fouten heb gemaakt in de afgelopen jaren:
Verwachten dat anderen net zo betrokken waren bij mijn PhD als ikzelf.
Dat is gewoon niet zo. Ik was de enige die er wakker van kon liggen als het niet goed ging. Voor mij was mijn PhD het enige project, voor anderen is het één van de vele projectjes. Ik ging er vanuit dat anderen uit zichzelf deadlines zouden halen of betrokkenheid zouden tonen indien dat nodig was. Alleen dat gebeurde niet. Ik had veel eerder kapitein van mijn eigen schip moeten worden en duidelijke afspraken moeten maken. Dat durfde ik niet, omdat ik bang was om als een veeleisende bitch over te komen. Achteraf gezien totale onzin, ik was dat helemaal niet geweest als ik gewoon om duidelijkheid had gevraagd.
Ik kende mijn eigen grenzen niet en gaf ze absoluut niet aan.
Als er een conflict dreigt dan word ik meteen Zwitserland. Ik ga geen dure horloges maken, maar ik word wel neutraal en zal ten alle tijden een echt conflict proberen te vermijden. Immers, op dat soort momenten komt vaak toch niet binnen wat je bedoelt, kies je door emoties de verkeerde woorden en wordt het groter dan het is. Dat was jarenlang mijn levensmotto en daar sta ik nog steeds wel achter, maar als je deze tactiek consequent vol blijft houden, dan lopen mensen compleet over je heen. Het stukje ‘op een later moment even rustig vertellen wat je dwars zit‘, vergat ik 9 van de 10 keer. Eigenlijk had ik pas een paar weken na het eindigen van mijn PhD door hoe erg ik mijn eigen grenzen uit het oog was verloren. Ik wist niet eens meer waar die waren.
Ik was te alleen.
Maanden met mijzelf in mijn pyjama achter de computer kruipen deed wonderen voor mijn productiviteit, maar ik vereenzaamde wel. Ja, natuurlijk zag ik ‘s avonds tijdens het sporten nog mensen en ook sprak ik weleens met de boyfriend, maar het grootste gedeelte van de dag was ik alleen. En in de weekenden nam ik niet de tijd om mijn vrienden op te zoeken. Dat laatste ging trouwens geleidelijk al vanaf mijn derde jaar. ‘Bregje, zou je nou wel een avondje heen en weer gaan naar Amsterdam, je weet dat je dan morgen kapot bent en niet productief bent?’ Mochten jouw hersenen ook ooit zoiets zeggen, luister vooral niet. Je hebt je vrienden nodig. Je hebt de ontspanning nodig. Anders word je net zo’n labiel ongeleid projectiel als ik.
Echt precies weet ik niet waar het is misgegaan, maar gelukkig duurde het bij mij niet al te lang. Na mijn hectische laatste weken heb ik een week full-time op de bank doorgebracht en mijn hersenen laten resetten door de hele dag programma’s te kijken als ‘Jummy mummies’ en ‘Selling Sunset’. Na een week ging het al beter, na 2 weken voelde ik me praktisch weer de oude en nu, na een maand rustig aan gedaan te hebben, kan ik zeggen dat ik weer Bregje ben. Niet de Bregje van voor de eindsprint, maar de Bregje uit jaar 1 van mijn PhD. Die Bregje, was blijkbaar al een hele tijd kwijt en ik had echt geen idee.