Ik heb weer een tijd niks van mij laten horen, maar dat is inmiddels niets nieuws. Afgelopen weken heb ik gewoon doorgewerkt, dus ondanks het belachelijk mooie weer geen vakantie voor mij. Wel plande ik wat extra uurtjes in voor het eten van ijsjes en het maken van fietstochten. De rest van de tijd besteedde ik aan het op de rit krijgen van mijn PhD projecten.
Het zit namelijk zo, wil ik dat papiertje over een jaar ontvangen met daar heel groot op “BREGJE ALLERGAAFSTE PERSOON OOIT, MEGA SLIM EN BOVENAL DOCTOR”, dan moet ik wel eerst even een boekje in elkaar flansen. Een boekje met minimaal vijf hoofdstukken en van die vijf hoofdstukken, heb ik er nu al welgeteld één. Je zou dus kunnen zeggen dat ik komende maanden nog minimaal vier hoofdstukken moet schrijven, het liefste vijf, en als je dat zou zeggen, dan heb je helemaal gelijk. Nu is het niet zo dat ik nog compleet niks heb, maar je kunt ook niet zeggen dat ik alles al praktisch af heb. Om die reden moet ik de boel op de rit krijgen en snel ook, want in mijn ambitieuze plan heb ik de hoofdstukken met resultaten al af in januari. Daarnaast was ik het ook een beetje zat om de hele dag met mijzelf achter de computer te zitten, dus besloot ik in mijn enthousiasme drie samenwerkingsprojecten op te starten/weer leven in te blazen en vond ik het nodig om een cursus Cambridge English te gaan doen en een traject van HR in te gaan waarin je gaat kijken wat je wilt doen na je PhD. Kortom, mijn leven staat de komende maanden in het teken van mijn PhD.
Afgelopen maand werkte ik voornamelijk aan mijn projecten met Margot en Rick. Dat betekent dat ik heel veel uurtjes spendeerde met het schrijven van data-analyse scripts in R. Nu haat ik R, ik ben meer een Python-persoon, maar na veel interne discussies met mijzelf besloot ik toch maar om voor de makkelijke manier te gaan en om mij over mijn R-haat heen te zetten. Na een paar weken quality time kan ik niet zeggen dat ik fan ben, maar de haat is overgegaan in neutrale emoties. R en ik bevinden ons momenteel in het Zwitserland van gevoel. Wat ik wel kan zeggen is dat de scripts er in grote lijnen liggen en dat dat betekent dat ik mij in september volledig kan focussen op mijn eigen hoofdstukken. Mentaal dan, want ik zal echt nog wel wat aan de andere projecten doen, maar dat is dan niet meer mijn hoofdfocus.
Wat ik de komende weken dan ga doen? De eerste versie van mijn tweede hoofdstuk schrijven en de resultaten van mijn derde hoofdstuk op een rijtje zetten. Dat derde hoofdstuk is verre van af, maar ik heb halverwege september een gesprek met mijn begeleiders over welke richting ik op moet met dat hoofdstuk. Een vrij belangrijk gesprek, want daarna zal mijn promotor tot februari op sabbatical zijn en als ik mijn hoofdstukken in januari af wil hebben, dan heb ik dus geen ruimte om weer een totaal ander pad te bewandelen. Komende maanden moet ik duidelijke doelen hebben. En niet te veel een leven buiten mijn werk om.
Toch heb ik op dit moment weinig stress, want in het kader van de cliché quote “Done is better than perfect“, heb ik volledig omarmd dat ik geen Nobelprijs ga krijgen voor mijn PhD thesis. Ik kijk met name heel erg uit naar het feestje. Want dat wordt echt een heel goed feestje.